Bert Venema, voorzitter Historische Vereniging Norch

Afbeelding
man/vrouw met de hamer



‘Ik ben de trotse voorzitter van de Historische Vereniging Norch. Trots op ons bestuur en de vrijwilligers. Ondanks Corona gaat het goed met onze vereniging. We zitten niet stil, maar we gaan gewoon door. Misschien even niet fysiek, maar het lukt ons elk kwartaal weer om ons blad, de Boerhoorn, vol te krijgen. We hebben vaste schrijvers, maar ook mensen die een mooi verhaal schrijven. Zoals een oud-inwoonster van Norg, die hier onlangs weer is komen wonen. Ze heeft een mooi verhaal geschreven over de wolf in Norg, die hier van oudsher voorkwam.
We krijgen regelmatig nieuwe leden, maar ons ledental blijft ongeveer gelijk. Dat komt omdat er ook weer oudere leden verdwijnen. We hebben rond de 600 leden.
We krijgen regelmatig foto’s van mensen; we hebben nu zo rond de 10.000 foto’s in ons archief. We proberen bij de foto’s een beschrijving te maken, dat vergt een hoop onderzoekswerk. De foto’s zijn al gedigitaliseerd. We hopen nu dat de Leekster Courant, die vanaf 1907 uitgegeven werd, ook gedigitaliseerd wordt. Daar is dan enorm veel informatie in te vinden.
Maar we krijgen soms ook cadeautjes in de schoot geworpen; in de jaren 50 was er een mooi kinderkoor in Norg. Een tijdje geleden kregen we een mail van iemand, wiens moeder in dat koor had gezeten. Zij had nog drie fotoalbums liggen. Of wij daar belang bij hadden? Nou en of! We zeggen wel eens tegen mensen als ze niet zeker weten of ze iets bijzonders in handen hebben: niets weggooien, dat doen wij wel. Wat we, naast veel andere activiteiten, ook doen, is de begraafplaats onderhouden. In de zomermaanden zijn er elke maandagavond zo’n 15 vrijwilligers die in overleg met de gemeente de oude begraafplaats onderhouden. De gemeente doet het noodzakelijke, wij doen de rest. Inmiddels staat er een mooi bord bij de begraafplaats, waarop informatie te vinden is.
De reden dat ik lid ben geworden is de interesse in historie, nieuwsgierigheid naar hoe het was. Historie moet bewaard blijven. Als ik zou mogen kiezen in welke tijd ik wel eens een kijkje zou willen nemen, is dat in de tijd van mijn overgrootouders. Toen naoberschap nog heel normaal was. Het kabbelende van die tijd, de kleinere leefgemeenschappen, dat trekt me aan.’

UIT DE KRANT

Lees ook