De pijp uit

Afbeelding
actueel

Onlangs was ik op uitnodiging in Nationaal Park Weerribben Wieden. We bezochten, met een kooiker en zijn hondje, een eendenkooi. Je kunt er alleen per boot komen. Vroeger werden hier wilde eenden gevangen om op te eten. Nu wordt de kooi alleen gebruikt voor tellingen en het ringen van de vogels. Soms wordt het opengesteld en kun je de kooi bekijken. Het is een cultuurhistorisch object dat door vrijwilligers wordt onderhouden. De kooi met plas is nu een natuurgebied, rustgebied voor eenden en andere waterdieren. Een paar jaar geleden zijn hier de eerste otters uitgezet.


We liepen een rondje om de kooi. Het kooikerhondje zwaaide kwispelend met zijn pluimstaart. ‘niet aaien en geen aandacht geven hoor, want ik weet niet hoe hij dan reageert’ zegt de kooiker. ‘Het is een werkhondje’. ‘Lief beestje en het mooie is dat dit hondenras niet blaft’. ‘Aan een blaffende hond in de kooi heb je niets, die maakt de eenden bang’.


In het midden van de kooi ligt een flinke waterplas. Daaromheen liggen een aantal kromme vangpijpen in verschillende windrichtingen. De windrichting bepaalt namelijk welke pijp wordt gebruikt. Eenden stijgen bij het vliegen op, tegen de wind in. In de plas zwemmen een aantal eenden. ‘Vroeger zwommen hier veel meer eenden maar doordat het gebied minder open is geworden trekken de eenden nu langs de kustlijn’ Vertelt de kooiker.


Aan de plas staat een grote kooi van gaas met daarin enkele eenden. ‘Dat zijn eenden uit de vogelopvang’. ‘Als ze sterk genoeg zijn laten we ze los’, legt de kooiker uit. ‘Het gaas van deze kooi loopt door tot op de bodem van de plas’ ‘We hebben hier wel eens een slachtpartij onder eendenkuikens gehad’. ‘Een otter had onder water een gat in het gaas gevonden’. ‘Tja, voordat je dat door hebt’. In de plas staan enkele eenden korven, gevlochten van wilgentakken. Die maken de vrijwilligers zelf. Daar broeden de eenden in.


Schuin op de vangpijp staan losse rietschermen. Tegen etenstijd strooit de kooiker voer over de schermen. Hier komen de gezegdes ‘achter de schermen werken’ en ‘een kijkje achter de schermen’ vandaan. Het voer lokt de eenden naar de vangpijp. De ‘tamme’ staleenden van de kooi gaan eerst op het voer af en de wilde eenden volgen. De kooikerhond laat zich vervolgens met zwaaiende pluimstaart steeds even zien. Hij loopt tussen de schermen door naar het pijpeinde. Steeds een scherm verder. De staleenden kennen dit spel en zwemmen achter de hond aan. De wilde eenden zijn nieuwsgierig en volgen. Zodra de eenden ver genoeg de pijp zijn ingezwommen komt de kooiker wild zwaaiend tevoorschijn aan het begin van de vangpijp. De wilde eenden vliegen op tegen het gaas en vallen naar beneden in de ‘vangkast’ aan het einde van de kooi, Er is geen weg meer terug. De staleenden zwemmen terug naar het open water. Daar zwemmen overigens ook de tamme lokeenden die wilde eenden naar de plas moeten lokken. Om ook ’s winters eenden te kunnen vangen houdt de kooiker een wak open, ook wel bijt genoemd. Het gezegde ‘een vreemde eend in de bijt’ oftewel een vreemde tussen bekenden, komt hier vandaan.


Het is enorm boeiend om het verhaal over de eendenkooi te horen en de kooi te bekijken. Ondertussen doen we enige herstelwerkzaamheden zoals het wegknippen van opslag en wat vlechtwerk. Op diverse plekken worden oude kapotte rietschermen langs de vangpijpen vervangen. Allemaal handwerk gedaan door vrijwilligers. ‘Oh ja’, zegt de kooiker. ‘Dit is het einde van de vangpijp, hier gingen de eenden letterlijk ‘de pijp uit’ en werden ze ‘de nek omgedraaid’. Die laatste twee gezegdes hoef ik vast niet uit te leggen.


Andre Brasse – Puur Natuur nr, 94 – maart 2023

UIT DE KRANT

Lees ook