Honderden latjes zagen, dakpannen buigen en stenen tekenen: De Woldzigt op schaal

‘Wanneer het huishouden klaar is, ga ik aan het werk.’

NIEUW-RODEN- Hans Lenting is inmiddels 76 jaar, al 14 jaar met pensioen en weet nog steeds zijn tijd goed in te vullen. Hij is niet de enige die een nieuwe hobby zocht tijdens de stille coronadagen, maar hij is wellicht wél de enige die zich volledig stort op het nabouwen van de olie- en korenmolen De Woldzigt uit Roderwolde. Zijn huis is één grote hobbyruimte, zijn schuur het kloppend hart van de bouw. Uit resthout, dorpels en legplaten zaagt hij balken en planken op een schaal van 1:25. Zelfs een honderd jaar oude beukenhouten kast, verkregen uit de erfenis van zijn moeder moest het ontgelden. De bouw startte in 2021 en inmiddels doet het radarwerk het naar verwachting.

Het bouwen van de molen op schaal is tevens een uitvlucht, om niet altijd te hoeven denken aan de donkere periode uit zijn leven. Gesteund door zijn omgeving, weet hij altijd weer de draad op te pakken. ‘Mijn vrouw overleed in 2010. Een paar jaar later ontmoette ik mijn tweede levenspartner, Roelie. Ik zag weer kleur in het leven. We trokken er vaak op uit met onze caravan en waren vaste reizigers van ‘We zijn er bijna’. We behoorden bij de groep waar geen cameraploeg aanwezig was. Het waren hele mooie reizen die ons compleet ontzorgden.’ Toen corona kwam, dacht Hans terug aan een oude hobby. In de jaren 80 was hij een fanatiek modelbouwer en maakte voor zijn kinderen poppenhuizen en kastelen. ‘Natuurgetrouw, dat vond ik belangrijk. Zo echt mogelijk. Tijdens de lockdown besloot ik het weer op te pakken, maar nu zonder boekje of doos waar alle onderdelen in zitten. Ik was altijd zeer gecharmeerd van De Woldzigt in Roderwolde. Op een dag bezocht ik de molen en maakte honderden foto’s. Van een oude molenaar ontving ik een bouwtekening op een schaal van 1:100. Ik tekende alles opnieuw uit, op 1:25. Ik ging naar de bouwmarkt, kocht frees- en zaagmachines en begon.’

Steun en toeverlaat

Roelie bracht hem koffie wanneer hij bezig was en stond vierkant achter hem. Dat elk uurtje vrije tijd erin ging zitten vond ze prachtig. ‘Ik wilde hem van binnen en buiten realistisch maken. Elk tandwieltje moest draaien.’ De twee genoten van de vrije tijd, de mijlpalen van Hans en de reizen naar het buitenland. ‘In juni vorig jaar werd ze ernstig ziek en in januari dit jaar heb ik haar moeten begraven. Voor de tweede keer in mijn leven heb ik een maatje moeten missen. Ik verkocht de caravan en mijn auto. Ik was weer alleen.’ Het heeft hem wel doen beseffen dat het leven niet voor eeuwig is. ‘Ik stel niks meer uit en ik doe wat ik kan. Ik heb onlangs een camper gekocht. Ik kan niet binnenblijven, ik wil er op uit.’ Inmiddels heeft het project een groot deel van zijn woonkamer opgeslokt. Overal liggen tubes acrylverf, mini boutjes, potjes lijm en reepjes hout. ‘Nu heb ik wel meer ruimte om te kunnen bouwen. Wanneer het huishouden klaar is, ga ik aan het werk.’ Hans noemt het werk, want zo langzamerhand beslaat het een groot deel van zijn leven. Het kruirad, bovenwiel, spoorwiel en het luiwerk: alles draait en is functioneel. Het lijkt net echt. ‘Mijn zoon zou graag willen dat het klaar is voor dat ik de pijp uit ga. Dat moet wel lukken,’ zegt hij nuchter. Zelfs het deurbeslag op de vele deurtjes en luikjes zijn door Hans zelfgemaakt. Van koper. Hans heeft zeker geen klap van de molen gekregen. Dat hij zo handig is, heeft te maken met zijn vroegere werk. ‘Als 12 jarige hielp ik mee in de smederij van mijn achterbuurman. Daar ben ik zo’n beetje opgegroeid. Na de LTS ben ik als metaalbewerker aan de slag gegaan en de laatste jaren als technisch tekenaar bij Elton in Roden. Ik heb mijn werk altijd als fantastisch ervaren en zag het dan ook als het uitoefenen van mijn hobby.’ Zo ziet Hans zijn hobby als werk en zijn werk als hobby.

De kleine details

Inmiddels is hij bezig met de kozijnen en ramen van het pand. Die liggen op de keukentafel te drogen. Daarnaast ligt een vel papier met kleurcodes. ‘Ik meng verf om de juiste kleur voor bijvoorbeeld de stenen te krijgen. Ik schilder eerst alles in de bakstenen kleur, vervolgens maak ik met een grijze pen alle voegen. Elk steentje is dus door mij getekend en elk dakpannetje door mij gebogen en gesneden.’ Het is monnikenwerk. Nu Hans bezig is met de molen is het hem ook steeds meer op gaan vallen hoeveel molens ons landschap sieren. ‘Met Roelie ben ik nog naar de Zaanse schans geweest, ik voelde mij daar toch een beetje een massatoerist.’ Nu Hans bezig is met dit grote kleine project, heeft hij enorm veel respect gekregen voor de molenbouwers van vroeger. ‘Als je ziet hoe zo’n molen compleet uit hout en steen is opgebouwd en dat alles na al die jaren nog werkt. Dat is prachtig. Zo wordt er niet meer gebouwd.’ Hans weet nog niet wanneer de molen klaar is, maar kijkt uit naar de kleine details. ‘Aan het eind wordt het genieten. Al die kleine details. Gordijntjes, een bliksemgeleider, meubeltjes, zakken meel. Daar kan ik eigenlijk niet op wachten, maar alles op zijn tijd en op schaal.’ Als de molen klaar is, krijgt het een mooie plaats in zijn woning. Hans sluit niet uit dat dit het laatste project is waar hij zijn passie in kwijt kan.