De jongste twee zijn een eeneiige tweeling, maar hebben nog altijd niet de voordelen van hun gelijkenis ingezien. Zelf zijn ze vooral bezig met de verschillen en claimen ze bij tijden hé-le-maal geen tweeling te zijn. Ook aangespoord door anderen smullen ze van feitjes als wie de oudste is – met slechts zeven minuten verschil, maar toch – , wie het eerste liep en hun persoonlijke favoriet: wie het meest vies kon eten. Zich afzetten van de ander blijkt met regelmaat een prettige bezigheid. Zoals ik zelf dan altijd zeg: ook dit heeft een functie. Een echte twee-eenheid die niet zonder elkaar kan, zijn ze niet, maar dat lijntje tussen die twee, is er wel degelijk. Vooral als één van beiden weg is, schrikt de achterblijver minimaal één keer op met de vraag: ‘waar is ze?’ Ze presteerden het ook de eerste ronde van dit schooljaar een echte ‘eeneiige tweeling-CITO’ te maken waar in ze op alles dezelfde scores haalden. Als deze twee elkaar in de haren zitten, kun je beter even niet ingrijpen. De ervaring leert dat zij een onenigheid zo snel achter zich laten dat ik vaak als enige nog met de ruzie bezig ben, terwijl zij allang weer verder spelen. En als ze elkaar dan écht weten te vinden, dan moet je alert zijn. ‘Double trouble’, want het bundelen van hun krachten en het aanvullen van elkaars snode plannen, maakt ze tot dikke boeven. In de laatste weken van het schooljaar neemt het boevengedrag altijd toe. Van de vermoeidheid en verveeldheid worden ze dwars en daardoor worden alle grenzen even afgetast. Een ipad verstoppen onder het kussen om zo na bedtijd eens uitgebreid spelletjes te spelen of samen weer uit bed komen om vervolgens in de badkamer met het poppenservies een high tea te organiseren; ze draaien er hun hand niet voor om. Aan ons de taak vooral niet te lachen om de inventiviteit, maar ze te berispen om het feit dat ze veel te laat wakker zijn. En dat niet lachen, dat blijft toch moeilijk. Zo stapten ze deze week ’s ochtends met een stalen gezicht de auto in. En op dat stalen gezicht een flinke laag make-up. Het was me thuis volledig ontgaan, want toen zij in de gang stonden te smoezen en ik ze vroeg wat er gaande was, werd ik afgeleid door de hond, een kat en een ontsnapt konijn en toen was het hoog tijd naar school te rijden. Eenmaal daar een kus en… toen zag ik het. De ene had roze glitters op de oogleden, roze vegen op haar wang en blinkende lippen. De ander had vakkundig, maar toch ietwat opvallend, haar wallen weggepoetst en haar teint wat bruiner gemaakt. Aangezien ik al eerder dergelijke make-up kunstwerken had voorkomen voor schooltijd, was ik nu resoluut: naar binnen en wegpoetsen die handel. Ben ik net druk bezig om de pré-puber in te peperen dat ze absoluut geen make-up nodig heeft omdat ze mooi is zoals ze is, zullen deze twee zeker als halve dragqueens naar school gaan. Beteuterd sjokten ze naar binnen. Eenmaal in de auto schoot ik in de lach. Veilig buiten het zicht.