De vakantieperiode vraagt altijd wel een stevige aanpassing van mijn ritme. Normaal gesproken is het uit bed rollen, douchen, ontbijten terwijl de vaatwasser uitgepakt wordt, dames klaarmaken, iedereen naar school en dan door naar het werk. Ik werk elke dag tot om 14.00 uur de school uitgaat en als het druk is, gaat thuis de laptop weer aan. Met iedereen thuis is er van een vijfdaagse werkweek geen sprake; tenminste niet eentje op kantoor. Niet werken is helaas ook niet aan de orde. Niet alleen ligt er drie weken aan door de vakantie achtergebleven werk op me te wachten, maar pak ik ook werk over de van de andere vakantievierende mensen. Om alles enigszins te bezetten, gooi ik mijn ritme rigoureus om. Niks uit bed rollen, douchen en ontbijten terwijl de vaatwasser uitgepakt wordt; het is in de zomer uit bed rollen en achter de laptop kruipen. Om tijd te winnen verplaats ik het douchen naar de avond, zodat er ’s ochtends weinig meer hoeft te gebeuren dan Nero zijn brokken te geven en een kop thee te tappen voor mijn werkdag begint. Met een beetje geluk slapen de dames tot acht uur à half negen – oudste dochterlief die het liefst elke dag tot tien uur in bed ligt niet meegenomen – zodat ik vanaf zes de eerste uren al te pakken heb. Vaak kijken ze eerst even tv en starten ze langzaam op zodat ik mooi door kan en ik zo doorstoom tot half elf. Met een leuk knutselkarweitje om mij heen, weet ik het zomaar te rekken tot twaalf uur en zo is een werkdag toch nog aardig gemaakt. Het omgooien van het ritme heeft wel wat nadelen. Tijd om mezelf normaal te fatsoeneren is er amper. Zo kwam de stomverbaasde hondenuitlaatservice al nietsvermoedend binnen stappen terwijl ik nog in pyama en met ‘slaaphaar’ – standje rechtop omhoog – achter de laptop zat. Ook een vroege pakketjesbezorger loopt het risico me zo te treffen. Mijn gestamelde uitleg van ‘werken terwijl de kinderen vrij zijn, is vrij lastig’ wordt met achterdocht geaccepteerd. Ik hoop altijd maar dat er niet een verdwaalde buur net langs loopt, want op mijn meest charmants ben ik dan echt niet. Andere werkuren vang ik op met hulp van opa en oma en door mijn drie monsters gewoon mee te nemen naar kantoor. Zo’n enorme ruimte en zeker tien andere mensen om te plagen, is voor hun één groot feest. Waar beter kan je verstoppertje spelen dan in het twee verdiepingen tellende kantoorpand van je ouders? En het blijkt dat het halen van koffie voor iedereen fantastisch vermaak is. Al met al hebben we het weer gehaald. Wanneer dit in de krant staat, zitten ze alweer in de schoolbanken. En ik zit weer gewoon achter mijn bureau. Geen zorgen; de pyjama en het slaaphaar laat ik thuis.