Op de één of andere manier blijkt 39 toch een redelijk confronterende leeftijd. Nog maar één jaar en dan is het dertiger zijn over. Die naderende 40 – ook al duurt het nog 10 maanden – doet me kritisch naar mijn uiterlijk kijken. Opeens besluit ik nog eenmaal mijn haren lang te laten groeien. Alsof dat niet ook nog kan als ik vijftig of zestig wordt. Ook mijn haarkleur neem ik met een steeds kritischere blik onder de loep. De afgelopen weken dat ik me 39 mag noemen, heb ik manlief al een aantal keer gevraagd of er echt nog niet teveel grijs door zit. Ik denk tot nu toe toch dat het me prima moet lukken die 40 te halen zonder al aan verven te beginnen. Opeens lijk ik toch ook meer rimpels te ontdekken; een fantastisch excuus voor de aanschaf van weer nieuwe door mij zo geliefde potjes met crèmes, serums en wat ze allemaal niet meer bedenken. Ook bij mijn dames pols ik soms zo voorzichtig eens hoe ik in de ‘moeder-ranking’ sta. Oudste dochterlief blijft immer trouw aan me; zo schatte zij haar juf en haar zanglerares al ouder dan mij terwijl die beiden nog maar 29 bleken. Helemaal mijn verdienste is dat niet, de beide juffen zijn echt overduidelijk jonger, alleen in de ogen van oudste dochterlief staat een juf synoniem aan iemand die wel wat weet en dan moet je toch zeker ouder dan 40 zijn. De jongste twee zijn soms wat minder vergevingsgezind. Zo waren ze afgelopen week gefascineerd door een moeder die een beugel had. Voor deze dames is dat net zo vreemd als dat ik ouder ben dan hun vader, terwijl hij langer is. Zo hoort het niet. Vergoelijkend opperde ik dat je ook als je wat ouder bent prima een beugel kunt dragen als je het zelf fijn vindt om je tanden recht te zetten. Ze keken me beiden verwonderd aan; deze moeder oud? Ze waren er heel stellig over: deze moeder ziet er hartstikke jong uit. Sterker nog, deden ze er nog een schepje bovenop, zij leek veel jonger dan mij. In mijn hoofd maakte ik een snelle rekensom van haar kinderen. Ik kon me niet voorstellen dat zij echt veel jonger is, dan ik ben. De dames bleven onverbiddelijk: absoluut jonger dan mij. Ik haalde alles uit de kast om uit te vissen wat het geheim was. Ligt het aan de haren, zijn het de kleren, moet ik toch iets meer make-up dragen? Maar zoals dat gaat met de zesjarigen: de aandacht was al snel vervlogen en in al die lastige vragen hadden ze geen zin. Terwijl dit duo zich al babbelend naar de LEGO-poppetjes spoedde en daar nog even de discussie over deden – ik hoorde de poppetjes met gekke stemmen zeggen: ‘heb jij een beugel? Wat zie je er jong uit!’- bleef ik verbouwereerd achter met oudste dochterlief. Gelukkig bleek zij ook nu weer trouw. ‘Mama, je ziet er hartstikke jong uit.’ Basta. Ik kocht toch ’s middags nog een nieuw potje. Met Q10, algenextract en zoethout. Klinkt nergens naar, maar het schijnt wonderen te doen voor de eeuwige jeugd.