Ik bedacht me dat het hoog tijd de meisjeskaravaan weer eens uit het slop te trekken. Nou hoor ik u denken: de meisjeskaravaan? Ja, zo mag ik de slinger aan fietsende meisjes met wie ik niet heel regelmatig op pad ga, graag noemen. En natuurlijk kijk ik daar met een trots gevoel naar, want: mijn meisjes én ik ben met mijn 39 jaar ook onderdeel hiervan. Maar goed, die meisjeskaravaan die stond in het begin van het jaar vaak stil. Tot aan december gingen we redelijk trouw minimaal eens per week op de fiets naar school, maar toen het kouder werd, ontging ons de lust het ijzeren ros tevoorschijn te trekken. Omdat het voorjaar maar moeizaam op gang kwam, bleef ik gewend aan het achterop de auto zetten van oudste dochterlief haar fiets als ze moest gymen en hoorde ik niemand klagen dat we geen fietsmeters meer maakten. Toen het kwik eindelijk echt steeg, rees de vraag of het niet té warm was om met de fiets te gaan. Tot ik op een zonnige maandagmorgen streng werd voor mezelf en de dames en besloot: als we nu niet gaan fietsen, doen we het nooit meer. Echt enthousiast zijn we allemaal niet, maar goed, we fietsen weer. En oudste dochterlief maakte zowaar haar eerste tripjes alleen richting huis. Zoals dat bij haar gaat, ging het niet van een leien dakje. De ene keer trok ze de schuttingdeur voorbij het slot – ja, dat kan – en kon ze er nooit meer in komen. Poging twee om alleen op de fiets naar huis te gaan, moest ze bekopen met een open knie. Ze nam iets te hard een schuine bocht vanuit het bos en slipte weg op de slechte overgang tussen schelpenpad en fietspad. Met ook nog een slag in het wiel en het stuur scheef, fietste ze dapper door naar huis. Inmiddels hebben we haar voorzien van smartwatch met mogelijkheid om mij te bellen en een locatie-tracker. Klinkt wellicht wat overdreven, maar gezien deze voorgaande avonturen en het feit zij een telefoon veel te onhandig vindt om mee te nemen, is dit een gouden greep gebleken. Het ding bewees zijn gewicht in goud al toen ze direct de eerste keer dat ze hem om had haar fietssleutel kwijt was. Ze belde mij in complete paniek, maar wist de sleutel met een beetje denkwerk van mijn kant – ‘waar ben je allemaal geweest?’ – zonder moeite snel te vinden. Ze verzuchtte later tegen haar vader: ‘mama was zo heerlijk rustig en kalm’. De meisjeskaravaan vindt dus nieuwe vormen, maar ook nog eens nieuwe wegen. Sinds kort hebben wij de lange route vanaf ons huis door het bos in de ban gedaan en nemen wij de hemelsbreed snelle optie naar school. Daardoor kunnen we als een malle over het fietspad doortrappen en kunnen we het schelpenpad mijden, maar we hebben nu wel weer een zandpad te overwinnen. Vooral met dat droge weer is het zand alleen nog maar zacht en mul en eindigen we het pad ploeterend met de fiets aan de hand en de schoenen vol zand. Of het een verbetering is, zijn we nog niet over uit. Wel een verbetering: bij thuiskomst gunnen we onszelf standaard een ijsje. Is al het fietsleed zo weer vergeten.