‘Het is vreselijk zoals er met de boerenstand wordt gesold’

Afbeelding
actueel

MARUM – Het gaat niet om wie het zegt, het gaat erom dat het wordt gezegd. Hij wil niet op de foto. Nergens voor nodig. “Ik zoek geen podium. Maar ik wil wél wat bereiken. Want zó kan-het-niét!” Vanuit zijn boerderij Landzicht kijkt Freddy van der Heide uit over de landerijen, grenzend aan de A7. Zijn vrouw Dea en hij hebben drie jongvolwassen kinderen met boerenbloed in de aderen. Vanwege grote zorgen voor de toekomst van de boeren in Nederland, de toekomst van Wietze (25), Eeuwe (23) en Anneke (18), wapperen er vijftig omgekeerde vlaggen langs de snelweg. In zowel het land van de familie Van der Heide als in dat van de buurman. “Ze zijn net weer vervangen.”

De toekomst van het landelijk gebied in het Zuidelijk Westerkwartier. Niet bepaald een klein thema, al helemaal niet voor de boeren in het gebied. De presentatie van de provinciale plannen voor het Zuidelijk Westerkwartier, specifiek voor de toekomst van de landbouw, vond donderdagavond 18 januari plaats in wegrestaurant In de Klaver in Niebert. De conceptplannen voor stikstofreductie, schoon water en natuur – de provinciale uitwerking van het Nationale Programma Landelijk Gebied – werden uiteengezet. “Geen boer die het wist”, zegt Freddy. Via social media ging het op de valreep onder boeren toch nog rond. Met een volle zaal als gevolg. “De provincie had er niet op gerekend. Veertig kopjes stonden er klaar. De meesten hebben geen koffie gehad.”

Schandelijk vindt hij het. “In- en intriest.” De bijeenkomst verliep rommelig. “Alle vragen werden lang niet beantwoord. Mijn grootste hekelpunt is nog wel dat het plan voor de toekomst van ons gebied, een 113 pagina’s tellend stuk, er binnen twee uur doorheen gejast werd.” Grote verontwaardiging was er in de zaal over de oude cijfers waarop de berekeningen waren gebaseerd. Alle positieve gevolgen van investeringen, die boeren in de tussenliggende jaren hebben gedaan, zijn daardoor niet meegewogen. “Als het uitgangsmateriaal niet klopt, hoeveel waarde kun je dan hechten aan ‘de doelen’ die in deze plannen gehaald moeten worden? Die zelfs ook al op gebiedskaartjes staan ingetekend?” Vanuit de zaal kwam veel kritiek die door de provincievertegenwoordigers niet weerlegd kon worden. Het veelvuldig klinkende ‘we nemen het mee’ stuitte op scepsis. Nakomende antwoorden werden beloofd op vragen, waar niet onmiddellijk op gereageerd kon worden. Onder anderen aan Freddy. “Afgelopen vrijdag heb ik weer contact opgenomen, maar er was nog steeds geen antwoord. Beschamend.”

Veelzeggend was het dat het bewuste staatje met de oude cijfers een week later in De Postwagen in Tolbert niet meer werd vertoond. Op donderdagavond 25 januari was hier de presentatie van hetzelfde gebiedsprogramma, ditmaal voor burgers. Opnieuw zat de zaal stampvol, met ook weer veel boeren in het publiek. “Want naast dat wij boer zijn, zijn we ook inwoners van het gebied.” Een week lang had de roerig verlopende bijeenkomst in Niebert de boeren door het hoofd gespookt. De totaal onbevredigende repliek op wezenlijke vragen over plannen, die grote impact hebben voor de boeren in het Zuidelijk Westerkwartier, bezorgde ook Freddy voor het eerst drie slapeloze nachten. In de tussenliggende week bleken boeren en boerinnen hun frustraties en argumenten te hebben opgeschreven. In Tolbert trilde het papier in van emotie bevende handen, maar werd er met kracht gesproken. “Precies zo als het is.” De sprekers kregen luid applaus.

“Het is vreselijk zoals er met de boerenstand wordt gesold. Het is allemaal zo krom, je kunt het gewoon niet uitleggen.” Alleen al in het Zuidelijk Westerkwartier moet er volgens de plannen nog honderden hectare boerengrond aan de landbouw worden onttrokken. “En dan hebben ze het over een nieuw toekomstperspectief voor boeren. Nou, als ambtenaren het verdienmodel voor boeren gaan bedenken, hou dan je hart maar vast.” Landelijk gaat het zelfs om 350.000 hectare boerenland die uit productie gehaald zou moeten worden. “Dat is de zogenaamde ‘green deal’. Dat kan gewoon niet! Dat moet allemaal beheerd worden, daar hebben ze het geld niet voor.” De noodzaak van een eigen voedselproductie in Nederland, zeker in de huidige tijd van oorlogsdreiging, wordt nergens benoemd. “Terwijl voedselzekerheid me een eerste prioriteit lijkt. Daarmee vergeleken staan natuur en stikstof op het tweede plan. Maar het is in de Nederlandse politiek precies andersom. Ze hebben het er gewoon niet over. Dat is op zijn minst raar, zeker als je Rutte hoort zeggen dat Nederland tussen 2030 en 2040 dertig miljoen mensen telt!”

Al die mensen kunnen van de natuur niet eten. “Ook is het naïef om te denken dat er altijd maar voedsel uit het buitenland geïmporteerd kan worden.” De boer is de basis, in iedere samenleving. “Dankzij boeren hoeven burgers niet iedere dag zelf voor hun eten te zorgen. En kunnen ze in andere sectoren actief zijn.” De politiek zou jongeren moeten stimuleren om als boer de toekomstige voedselvoorziening van ons land veilig te stellen. In plaats daarvan is er juist een ontmoedigend en onveilig ondernemersklimaat. Het ook door Johan Remkes aan de kaak gestelde zwalkbeleid van de overheid, die daardoor volstrekt onbetrouwbaar is geworden, zorgt voor grote onzekerheid. Veel boeren gooien de handdoek in de ring. Zeker de wat oudere boeren zonder opvolging, die in de ambtelijke stukken tot Freddy’s afgrijzen als ‘laaghangend fruit’ worden betiteld. “Vanwege de onzekerheid wordt het kinderen in veel boerengezinnen uit het hoofd gepraat om nog boer te worden.”

Zijn vader molk twintig koeien op de ouderlijke boerderij in Gerkesklooster. In 2002 kocht Freddy de boerderij Landzicht in Marum, met 50 koeien op 27 hectare land. Hij had bijbanen en werkte hard. In 2013 werd een nieuwe stal gebouwd en uitgebreid naar 70 koeien. Toen stopte een buurman en werd er land bijgekocht. Nu melkt hij 100 koeien op 75 hectare land, waarbij hij 27 hectare pachtland gebruikt. Die bunders pachtgrond zijn onlangs door de provincie gekocht. Vlak voor kerst besloot de politiek dat de derogatie er definitief vanaf gaat, wat betekent dat boeren minder mest kwijt kunnen op hun land. “Het waren opnieuw geen prettige kerstdagen, het vierde jaar op rij waarbij er vlak voor het kerstreces nog snel even iets wordt doorgedrukt wat voor boeren slecht uitpakt. Waardeloos. Als ik die pachtgrond kwijt ben, betekent het nieuwe beleid dat ik 1600 tot 1800 kuub mest moet afvoeren. Keer 30 tot 35 euro per kuub.” Het kromme is dat boeren eigen mest moeten afvoeren en voor diezelfde mestruimte kunstmest mogen aanvoeren. Dierlijke mest die op het bedrijf is moet dus weg en mag deels vervangen worden door kunstmatig geproduceerde mest. Dat kost twee keer veel geld. Van stikstofreductie is met alle extra vervoersbewegingen en productiekosten al helemaal geen sprake. De bodemgezondheid is er ook niet mee gediend.

Freddy hekelt het simpele beeld in de media van de boer als mestproducent en grote natuurverwoester. “Wat schiet de boer ermee op als de natuur achteruit gaat? Helemaal niets.” Boeren werken met en in de natuur en nemen iedere dag hun omgeving waar. “Volgens wetenschappers is de natuur in slechte staat. Maar met het blote oog zie ik juist meer soorten. Mijn gevoel zegt dat de natuur aan het opkrabbelen is.” Sinds de jaren tachtig is er heel veel land teruggegeven aan de natuur. “Hoe kan het sindsdien dan slechter gaan?” Vergrassing van heidevelden heeft volgens Freddy veel meer te maken met slecht beheer, dan met stikstofdepositie. “En wat heeft het met de weidevogelstand gedaan toen alle broedreservaten in de oude hooilanden ten zuiden van Groningen zijn vergraven tot De Onlanden? Daar kunnen geen weidevogels meer leven, enkel nog rietzangers en watervogels. Maar dat wordt niet benoemd. De boer krijgt de schuld.”

Wat misschien nog het meest aan hem vreet, zijn politieke leugens. “Als de noodzaak van stikstofreductie bij boeren wordt aangetoond met onderzoek waarbij 60 procent van de meetpunten in stedelijke gebieden ligt, dan is het beleid er puur op gericht om de boerenstand te decimeren. Als de politiek grond nodig heeft voor woningbouw, zeg dat dan gewoon. Probeer niet met kromme verhalen dat doel te bereiken. Overigens hebben al die huizen die op het land van één boer gebouwd kunnen worden, inclusief hun bewoners, meer gevolgen voor de natuur dan dat ene boerenbedrijf ooit heeft gehad.”

Tijdens het schrijven van dit verhaal klinkt vanaf de weg langdurig getoeter van trekkers. Demonstrerende boeren, zoals overal in Europa op dit moment felle boerenprotesten aan de gang zijn. “Geen boer is er op uit om rotzooi te trappen. Je komt op voor je gezin en voor je levenswerk”, zegt Freddy. Hij staart naar de wapperende vlaggen in de verte. “Ik moet zorgen dat ik mijn gezin draaiende hou. En ik wil dat kunnen doen als boer, in het land waar ik geboren ben. Soms heb ik het gevoel dat ik me moet schamen als ik tegen mijn kinderen zeg: ‘ja, wordt maar boer’. Maar dat nooit! Dan hebben ze me helemaal in de tang.”

UIT DE KRANT