Wim en Jannie de Kreij zijn eigenaren van een struisvogelboerderij: ’Het zijn absoluut geen knuffeldieren’

Afbeelding
Foto: ERIK VEENSTRA
Cultuur

BOERAKKER - Voor een struisvogelsafari is het niet nodig om helemaal naar Afrika te reizen. In Boerakker staan er namelijk vijfenvijftig stuks in de wei. Daarnaast grazen er nog emoes, nandoes en alpacas op het terrein. Wim en Jannie de Kreij zijn eigenaars van de struisvogelhouderij. ‘En nee, ze steken hun kop nooit in het zand’, zegt Jannie met een lach.

In het voorjaar van 1993 begon familie de Kreij met hun eerste vogels. ‘Ik werkte in een fabriek, maar werd daar samen met een grote groep anderen ontslagen’, blikt Wim terug. ‘We hadden een kleine boerderij met een aantal koeien. Op een gegeven moment zagen we op televisie veel dingen over de struisvogel voorbij komen. Het was allemaal nieuw en struisvogelvlees zou het vlees van de toekomst worden. Toen zeiden wij tegen elkaar: ‘we gaan het gewoon proberen.’

Op dat moment zijn er rond de vijfhonderd andere boeren in Nederland die ook de stap durven te nemen in ‘het vlees van de toekomst’. ‘Struisvogelvlees bevat namelijk veel minder calorieën en vet dan bijvoorbeeld rundvlees of zelfs kippenvlees’, legt Wim uit. ‘Maar er hangt een prijskaartje aan. Een struisvogel heeft namelijk in verhouding veel meer oppervlakte nodig dan een kip. Een struisvogel is namelijk een echte stresskip. Als er iets onverwachts gebeurt, is hun eerste instinct om te vluchten.’ Dat kan bijvoorbeeld een voorbijrijdende auto zijn, maar ook iets kleins zoals een kind op de fiets. ‘In het wild hebben ze ook niet de tijd om te onderzoeken of die ritselende graspol een lief poesje was of een leeuw. Ze moeten dus eerst tien meter kunnen weglopen. Als er dan een hek zou staan, worden ze helemaal gek’, legt Wim uit. 

Dat het bijzondere dieren zijn, blijkt ook uit het aantal bezoekers dat het stel verwelkomt op de boerderij. ‘Elke week ontvangen we twee tot drie grote groepen en daarnaast een volle bus. Dat zijn gemiddeld zo’n vijfenzestig personen’, vertelt Jannie. We geven rondleidingen langs de struisvogels en laten ook de emoes en nandoes zien.’ Niet alleen de loopvogels zelf zorgen voor bekijks, ook hun eieren zijn uniek. Een struisvogelei is al snel achttien centimeter groot en kan tot wel twee kilo wegen. In één zo’n ei, passen wel vijfentwintig tot dertig kippeneieren. Wat het emoe-ei bijzonder maakt, is de diepe, donkergroene kleur. ‘Bezoekers kunnen die eieren kopen in onze winkel. We hebben ook beschilderde eieren en halve schalen, die weer leuk zijn voor een bloemstukje bijvoorbeeld’, vertelt Jannie. 

De eieren is ook de grootste inkomstenbron van de boerderij. Eerst werden ze nog op locatie uitgebroed, maar inmiddels exporteert familie de Kreij ze allemaal naar België. ‘Vorige jaren hadden we wel wat kleine vogeltjes. Zo lieten we de emoes bijvoorbeeld broeden zodat we een emoe met kuikentjes hadden. We zitten nu helemaal vol, dus hebben we besloten dat dit jaar niet te doen’, legt Wim uit. Toch is er nog genoeg te zien op de struisvogelboerderij. Naast de vogels is er ook een weide met een aantal alpacas. Dat zijn ook wel de grasmaaiers, vertelt Jannie. ‘Als de vogels ‘s nachts binnen staan, laten we de alpaca’s los om het gras op te eten. En zo’n alpaca is ook leuk voor de bezoekers. Die kunnen namelijk wel geaaid worden.’ Ondertussen loopt de kat van de familie langs de struisvogelverblijven naar Wim en Jannie toe. ‘Die is bijna het populairst’, lacht Wim. ‘Vooral bij kinderen. Die zijn dan niet onder de indruk van de vogels, maar vinden het geweldig dat ze de kat kunnen aaien.’ 

Tekst gaat verder onder de foto


Bijschrift - ERIK VEENSTRA

De struisvogels zijn namelijk niet aaibaar. ‘Toen onze emoe Piet nog klein was, liep hij nog wel eens los over het terrein. Als we dan buiten koffie aan het drinken waren, zat ie onder de tafel en pikte hij zo het koekje uit je mond weg. Het was allemaal lief, totdat hij één jaar werd. Dan komen die hormonen in zo’n vogel en worden ze agressief.’ Piet staat daarom nu met zijn vrouwtje Griet op het veld. Door die agressie, kan het nog wel eens gevaarlijk zijn. ‘We houden meestal anderhalve meter afstand aan. We zijn wel eens geschopt door een vogel, bijvoorbeeld als we ze moeten verplaatsen of vangen. Maar dat is het risico van het vak. Een paard is ook gevaarlijk en een koe kan je ook dooddrukken. Dat heeft ieder dier wel een beetje natuurlijk. Afstand houden is het allerbelangrijkst’, vertelt Jannie. Voor de bezoekers is het uiteraard niet gevaarlijk. Die kunnen de vogels zelfs voeren. ‘Ze pikken alleen aan alles wat los en vast zit’, zegt Wim lachend. ‘Zo hadden we een keer een mevrouw met een parelmoerketting. Toen de struisvogel klaar was met eten en die ketting zag, greep hij zijn kans. De parels vlogen in het rond.’ 

Niet alleen de vogels zelf, maar ook de producten in de winkel zijn het bekijken waard. Alles is te krijgen in de vorm van een struisvogel of alpaca. Daarnaast liggen er producten die gemaakt worden van de struisvogel: riemen of portemonnees van struisvogelleer, een plumeau van struisvogelveren of cosmetica waarin struisvogelolie is verwerkt. ‘Van de eieren maken we eierkoeken of advocaat’, vertelt Jannie. ‘Ik beschilder ook eieren met bijvoorbeeld een logo, tekening of een geboortekaartje. Ik heb daarnaast nog heel veel plannen, maar daar heb ik op dit moment helaas geen tijd voor.’ De familie maakt zich klaar voor het nieuwe seizoen: de struisvogelhouderij is namelijk vanaf 1 april weer te bezoeken. Voor meer informatie: https://www.struisvogelskijken.nl/


UIT DE KRANT

Lees ook