Mattenklopper

minikul

Dat heb ik tegenwoordig vaker. Dat zomaar een woord bij me opdoemt. Meestal is dat iets uit het verleden, dat kennelijk een diepere indruk op me heeft gemaakt dan ik dacht. Vanmorgen was dat het woord Mattenklopper. Dat is, jonkies onder mijn lezertjes, een, aldus Wikipedia, ‘uit wilgentenen of rotan gevlochten hulpmiddel waarmee de huisvrouw matten en kleden uitklopte. De mattenklopper werd ook wel gebruikt als billentikker voor stoute kinderen’. Maar van een lijfelijke afstraffing met de mattenklopper herinner ik me niets. Wél, na enig doordenken, dat de mattenklopper bij ons thuis een vaste plek had: Hij hing aan een spijker in ons schuurtje. Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd de mattenklopper gebruikt. Ze was – er stromen nu meer herinneringen bij me binnen – ook het logo van het Simplistisch Verbond waarmee Koot en Bie in die zeventiger jaren furore op de tv maakten. En o ja, de eerste keer dat ik als kind bewust het woord ‘mattenklopper’ hoorde was het plezier dat mijn ouders hadden toen ze vernamen dat de buurvrouw van haar eigen man, die politieagent was, een bekeuring kreeg omdat ze na even negen uur ’s ochtends buiten een matje uitklopte, terwijl dat toen na negenen verboden was.

De mattenklopper is allang niet meer in gebruik. Het huishouden is immers totaal geautomatiseerd. In mijn jeugd begon dat voor moeder ’s ochtends met het aansteken van de kachel en – in traditionele huishoudens – met het poetsen van de schoenen van de heer des huizes. Na het ontbijt dat vaak uit die gruwelijke brintapap bestond, luchtte moeder de slaapkamers en veegde en stofte ze de woonkamer. Daarna moest ze de bedden opmaken, wassen – met de hand! – ramen zemen, koper poetsen, noem maar op. En natuurlijk voor het eten zorgen. Warm eten deden de meeste gezinnen tussen de middag. ’s Avonds na het afwassen, uiteraard ook met de hand, zette moeder een pot thee en werd er – vooral op zaterdagavond - gezellig aan de tafel pinda’s gedopt. Moeder was dan doodop; huisvrouw-zijn was een meer dan dubbele werkweek.

De stofzuiger die het mattenkloppen overbodig maakte, kwam pas later. De wasmachine ook. En de koelkast, noem maar op. Het huishouden zelf is veel gemakkelijker geworden maar veel moeders werken nu ook buitenshuis en zijn daarom ’s avonds vaak nog steeds doodop. Wat dat betreft is er misschien wel niets veranderd. Begint daarom die mattenklopper me steeds meer te intrigeren?

Henk Hendriks

UIT DE KRANT