
RODEN- Ze is meer dan de dochter van. Ze is avontuurlijk, sportief en ambitieus. Marianne Hagenauw heeft een succesvolle carrière gehad in de atletiek- en turnwereld, is een jaar door Australië gaan reizen, heeft affiniteit met het vrouwenvoetbal en heeft een wiskundebevoegdheid weten te behalen. Altijd is ze verbonden gebleven aan Roden. Het is dit dorp waar zij alles heeft wat ze zoekt. Vriendschap, liefde, werk en vrije tijd. Hoe ver zij ook van Roden verwijderd was, ze keerde altijd weer terug. Opgegroeid in een familie waar alles voetbal ademende kijkt ze terug naar een fantastische jeugd.
‘Ik heb niet specifiek het idee van, oh ik ben de dochter van. Het is wel bijzonder. Als klein meisje zag ik pa geregeld op de televisie en in de kranten. We gingen naar elke thuiswedstrijd van FC Groningen. Iets wat mijn eigen kinderen nu ook merken.’ Op de keukentafel ligt een artikel over haar vader Henk Hagenauw, de oud-verzorger van FC Groningen. Vorige week stond hij in De Krant. ‘Ze vinden het heel leuk dat opa in de krant staan en pakken vaak zijn foto erbij.’ Marianne kwam veel later in aanmerking met het voetbal. Op jonge leeftijd beoefende zij atletiek op hoog niveau. Rond haar twaalfde jaar werd ze twee keer achter elkaar Nederlands kampioen verspringen. Bij de meerkamp werd ze steevast 3e. ‘Dat vond ik altijd bijzonder. Elke keer weer de derde plaats.’ In de omgeving won ze alle competities en zocht uitdaging in Duitsland en België. Haar ouders gingen altijd mee en steunden haar in alles. Helaas kreeg ze rond haar 13e een knieblessure waar ze moeilijk van kon herstellen. Ze deed het rustiger aan. Op haar 16e volgde ze de ALO, een opleiding tot sportdocent. Ze bleef sporten. Soms drie sporten door elkaar; atletiek, turnen en tennis. ‘Dat vonden mijn ouders wel iets te veel. Dat zag ik later zelf ook wel in. Maar ik vind het fijn om in beweging te blijven.’ In de stad Groningen ging ze op kamers en kwam in het bestuur van AC’75 die maandelijks sportieve activiteiten organiseerde voor kinderen. Ook was ze destijds betrokken bij de Run van Roden (voorheen Ot & Sienloop, red.). Na haar studie werd ze invalsportdocent, maar uitzicht op een vaste baan was er niet. Haar vriendin had hetzelfde probleem. Ze besloten impulsief om door Australië te reizen, zonder spaargeld. In Nederland hadden ze al contacten gelegd met een Italiaanse bakkerij op zes uur rijden van Sydney. Ze vertrokken. Van het eerste loon kochten ze een auto en verkregen meerdere baantjes om zodoende een jaar door Australië te kunnen reizen. ‘Als mensen twijfelen, gewoon doen. Australië is een ontzettend mooi land en de inwoners zijn daar heel gastvrij. We kregen altijd onderdak en hebben weinig in onze auto hoeven slapen. Een fantastische tijd.’ Bij terugkomst in Nederland kreeg ze een baan op Campus Winschoten als gymdocente. Ze bleef wonen in Groningen. Op de Rodermarkt ontmoette ze haar vriend waar ze nu een gezinnetje mee heeft. Weer een teken dat Roden haar nooit los heeft gelaten. Haar vriendinnen bleven in Roden woonachtig en besloten, toen Marianne op reis was, een vrouwenelftal op te richten. Marianne vond dit een erg leuk idee en sloot aan bij de groep. Zo kwam ze in aanmerking met het vrouwenvoetbal wat ze zo’n 16 jaar heeft gespeeld. Die passie vloeide door in een bestuursfunctie. Ze doet de coördinatie van de vrouwen en geeft ze een zo goed mogelijke plaats binnen VV Roden. ‘Vrouwen spelen anders dan jongens. Er hangt een andere dynamiek. Ik vind het leuk om hier een aandeel in te hebben.’ Door haar zwangerschap heeft ze minder tijd vrij kunnen maken voor VV Roden. Toch verlangt ze terug naar die tijd dat ze de voetbalschoenen aantrok en zich bewoog over de velden van de club. ‘Mijn vriend werkt op zaterdag, dan zijn de wedstrijden. Dat is lastig te combineren, maar wie weet in de toekomst.’ Nu werkt ze op de Ronerborg als sportdocente. De cirkel is rond. Alles wat ze belangrijk vindt is te vinden in Roden. Wel heeft ze een hele bijzondere carrièreswitch gemaakt. ‘Onze wiskundedocent stopte er mee. Ze vroegen aan mij of ik het leuk zou vinden om mijn mentorgroep wiskunde te kunnen geven. Ik twijfelde, maar met een 8 op de HAVO voor wiskunde had ik er alle vertrouwen in.’ Ze ging terug in de schoolbanken en wist haar wiskundebevoegdheid te halen. Een paar dagen in de week staat ze voor de klas. ‘Hoewel ik wiskundeles geven fantastisch vindt, ligt mijn ambitie bij het sporten. Tijdens gymlessen ben je altijd bezig om leerlingen een zo goed mogelijke plaats te kunnen geven in de sporthal, zoiets zie ik terug in mijn lesgeven in een schoollokaal. Er zijn eigenlijk best veel overeenkomsten in de didactiek.’ Of haar kinderen later op voetbal of atletiek gaan speelt geen rol bij Marianne. ‘Zolang ze blijven bewegen, ben ik een tevreden moeder.’