
NORG – Zijn roots liggen op het Groninger platteland, in het boerenbedrijf van zijn ouders. Vanuit die achtergrond graasde er later in zijn achtertuin een koe. En die koe was de aanleiding om zijn opwachting te maken in de politiek. Oud-burgemeester Berend Hoekstra was 68 jaar lang een Groninger, maar hij mag zich sinds anderhalf jaar een Drent noemen, een Noordenvelder wel te verstaan.
Van huis uit is hij wis- en scheikundeleraar. Twintig jaar werkte hij in het voortgezet onderwijs. ‘Je moet van mensen houden om het onderwijs leuk te vinden’, vertelt Berend, ‘en een mensenmens, dat ben ik.’ De grootste uitdaging vond hij altijd om de pubers van een vijf naar een zes te helpen. In die periode schreef hij met een aantal collega’s ook wiskundeboeken, vanuit de praktijk. Als er weer wat bedacht was, werd het in de klas uitgeprobeerd. Werkte het, dat werd het in het boek opgenomen. Werkte het niet, dan belandde het in de prullenbak. In de laatste jaren vóór zijn politieke carrière was Berend vestigingsdirecteur van een van de Zernike-scholen.
Berend verhuisde met zijn gezin vanuit de stad naar Onnen, naar een boerderijtje met een stukje land, uiterst geschikt voor een grazer. ‘Het leek ons wel wat, om in het voorjaar een pink te kopen voor in de winter een stukje vlees vanuit de vriezer.’ Het was hem immers met de paplepel ingegoten, een lekker stukje vlees van een van stal gehaalde koe. ‘Maar het is echt wat anders als je een stal vol hebt, of je hebt maar één koe.’ Clara werd een huisdier, een ‘knuffelkoe’. De koe, die er voor zorgde dat Berend in de politiek terechtkwam.
Hij had z’n agenda meer dan gevuld toen de plaatselijke afdeling van de VVD bij hem kwam of hij niet op de lijst zou willen voor de gemeenteraadsverkiezingen. ‘Ze hadden in de gemeente Haren altijd redelijk prominent een boer op de lijst staan. Ik was boerenzoon én had een koe’, lacht Berend. ‘Nou vooruit, het was ook een mooie manier om mensen in mijn nieuwe omgeving te leren kennen.’ Om vervolgens na een half jaar al na te moeten denken over de vraag of hij wethouder wilde worden. Dat was omdat de zittende wethouder vanwege gezondheidsredenen moest aftreden. Hij vond het de unieke kans om na het onderwijs nog eens wat anders te doen. En zo kwam hij in die hoedanigheid zeven jaar lang op voor de belangen van zijn taakgebied in Haren. En mocht hij drie maanden ruiken aan de functie van waarnemend burgemeester. De mensenmens in hem vond dat hij het uitstekend bij hem vond passen en dacht ‘als er een plattelandsgemeente vacant komt, wil ik wel solliciteren.’ En zo was hij 13 jaar lang burgemeester van Leek, tot de gemeentelijke herindeling in 2019. Berend vertelt dat hij ervoor werd geprezen dat hij overal was. ‘Of het nu een brand was of een 60-jarig huwelijk. Ik ging bij de mensen langs en dat werd altijd gewaardeerd.’ Het houden van mensen, maar ook zijn nuchterheid, het maakte hem een sterk bestuurder.
De rasechte Groninger en zijn vrouw verruilden hun grote woning op dito kavel in Zevenhuizen anderhalf jaar geleden voor kleiner wonen in Norg. Wat hem in Norg aansprak? Dat de woningen hier op fatsoenlijke kavels staan. Het is volop genieten van het zicht over het land richting Westervelde en dat ze vanuit de tuin zo de es op kunnen lopen. Ook in Norg vond hij een manier om snel mensen te leren kennen. Dat was toen de zakenkring en de belangenvereniging bij hem op de stoep stonden. Ze hadden moeite bestuurders te vinden. Met twee anderen onderzocht hij hoe hierin weer de ‘schwung’ te krijgen. Het advies van hen? Een vereniging voor volksvermaken met een ‘stevig’ bestuur met daaronder werkgroepen die de verschillende activiteiten oppakken. De zakenkring kan zich op die manier weer bezighouden met belangenbehartiging voor ondernemers.
De klus in Norg was stevig en is nu afgerond, maar vervelen doet Berend zich nog steeds niet. Hoewel hij op bestuurlijk niveau steeds meer afbouwt is hij nog buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand en klust hij bij Nienoord, bij het nationaal rijtuigenmuseum.
Het klussen aan huis is afgerond en aan de tuin wordt ook de laatste hand gelegd. Zo komt er meer tijd voor z’n grote hobby tuinieren. ‘Op de es heb ik een volkstuin om onze eigen groente te kunnen verbouwen.’
‘Maar het meest gelukkig word ik van mijn kinderen en kleinkinderen. Want als mensenmens ben ik toch bovenal een gezinsmens’, zijn z’n woorden. Zijn boodschap voor de Noordenvelder is kort maar krachtig: ‘Denk een beetje om elkaar!’ Want dat is maatschappelijk gezien momenteel zijn grootste zorg.