
De in Groningen opgegroeide Wietse Rozema vond in Roden eenvoudig zijn draai. Hoe? Allereerst via de voetbalvereniging, maar later ook door het uitvoeren van allerlei verschillende vrijwilligerstaken. Vrijwilligerswerk is hem dan ook heilig, iets wat met de paplepel is ingegoten. ‘En mijn dochter is inmiddels ook met het virus besmet’, lacht hij. Op een zonnig sportpark aan de Norgerweg, treffen we de maatschappelijk betrokken Rodenaar.
Aangekomen op het Roner voetbalveld is Wietse al aanwezig. Een uur zelfs al. ‘Er kwam iemand uit Twente voor de doelnetten’, legt hij uit. ‘Hij belde maandag of hij vanochtend om half tien kon komen.’ En dat was wat Wietse betreft geen probleem. Dan maar wat eerder op de club. Het lot van een bezeten vrijwilliger.
Hij weet nog goed hoe hij als zestienjarige van Groningen naar Roden verhuisde. Zijn club was Velocitas en hij zou nog één seizoen wekelijks drie keer met zijn brommer op en neer naar de stad. ‘Toen viel het team uiteen en vond mijn vader dat ik maar bij Roden moest gaan voetballen. Ik zou dat iedereen aanraden, want ik leerde meteen nieuwe vrienden kennen. Door bij een vereniging te gaan, rol je zo het sociale leven in. Nadat ik me had aangemeld bij vv Roden werd ik ingedeeld bij Roden A1. De jongen die tijdens de bosloopjes de eerste week naast mij achteraan de groep liep, is nu één van mijn beste vrienden. Ik heb niet veel minuten gespeeld dat seizoen, maar het was een geweldige groep waarin ik gelijk werd opgenomen.’
Zijn huidige vriendengroep dankt hij nog steeds aan zijn tijd in de Roner A1. ‘Met Maurice Kooistra ben ik toen gelijk trainer van de E1 geworden. Het was mijn eerste van vele vrijwilligersklussen bij VV Roden. Mijn ouders deden ook altijd vrijwilligerswerk. Het loopt als een rode draad door de familie.’
Voor Volksvermaken zit Wietse in de organisatie van de Sinterklaasintocht, waarbij hij zelf al jaren de rol van Hoofdpiet vertolkt. ‘Dat doen we met een hele club, het is ieder jaar fantastisch om te doen. Sinds ik een jaar of veertien ben, speel ik al Piet. Het vermaken van de kinderen is prachtig, maar ook onderling hebben we veel plezier.’ Wietse is dan ook erg bang dat de intocht zal worden afgeblazen in verband met het coronavirus. ‘Ik heb één jaar overgeslagen als Piet, toen was ik ziek’, weet hij. ‘Ik zou het écht ontzettend jammer vinden als de intocht niet doorgaat. Er wordt nu gekeken naar alternatieven. Misschien doen we iets op het evenemententerrein of gaan we door alle Roner straten, om toch de Sint naar de kinderen te krijgen.’
De Rodermarkt moet Wietse al missen. ‘Eeuwig zonde natuurlijk’, zegt hij. ‘Die gezelligheid mis je nu enorm. De mooiste dag was voor mij altijd de zondag. We voetbalden dan nooit met ons team, maar verzamelden wel standaard om twee uur bij de Smulpaap. Dan gingen we door naar het Wapen van Drenthe en van daaruit naar de Jaarbeurs. Fantastische dagen zijn dat, ieder jaar weer.’
Toch kan Wietse zich redelijk makkelijk over het feit heen stappen dat de Rodermarkt dit jaar gemist moet worden. ‘Mijn motto is: over dingen waar je geen invloed op hebt, moet je je ook niet druk maken. Anders blijf je bezig.’
Voorzitter van de oudervereniging van OBS de Marke, collecteloper voor het Longfonds, vrijwilliger bij het stembureau en zo af en toe helpt hij even bij zwemvereniging Aqualero. ‘Mijn dochter zit bij Aqualero. Ik heb de ballen verstand van zwemmen, maar als ze mij iets vragen, dan help ik graag. Dat kan van alles zijn. Als ik er toch ben, wil ik wel helpen. Kleine moeite. Zo sta ik er in, maar ik weet ook dat lang niet alle ouders daar zo in staan. Toch denk ik dat, als iedereen nou één of twee uurtjes in de week vrijwilligerswerk zou doen, de wereld er heel anders uit zou zien.
‘Ik heb het geluk dat ik bij mijn werkgever mijn uren zelf kan inplannen. Als ik overdag eens een uurtje weg moet, kan ik dat ’s avonds weer inhalen. Niet iedereen heeft die luxe. Maar vrijwilligerswerk kost niet alleen tijd, het levert ook heel veel op. Het is toch fantastisch om er bijvoorbeeld voor te kunnen zorgen dat kinderen kunnen sporten, of om iets voor een goed doel te kunnen doen? Iets voor een ander doen, daar is volgens mij nog nooit iemand minder van geworden.’
Wanneer hij door Roden loopt, blijkt Wietse vaak een bekende te zijn. ‘Als ik met mijn oudste dochter door het dorp loop, vraagt ze na vijf minuten of ik niet iedereen wil groeten. “Maar ze groeten mij ook”, zeg ik dan terug. Dat zijn dus die contacten die je door de jaren heen hebt opgebouwd. Vrijwilligerswerk en het verenigingsleven zijn een verrijking voor je sociale leven!’