‘Verslapen is wel het ultieme moment van achter de feiten aanlopen’

Afbeelding
Foto: ERIK VEENSTRA
column Maria’s Mooie Mensen maria's mooie mensen

Het zijn altijd de kleine dingen waarmee het begint; waarmee ‘het verval’ optreedt. Een moeder die me polst over een activiteit van de kinderen ‘want jij bent altijd zo geordend’ en dat je dan het antwoord schuldig moet blijven. Het eten wat steeds een beetje later op tafel beland en steeds vaker in aangepaste vorm, omdat je nét dat ene ingrediënt bent vergeten te halen. Van die oeps-momenten als je de pannen – toch al wat laat – op het vuur wil zetten, maar ‘hé, waar zijn de aardappels eigenlijk?’. Of dat je allemaal onder druk de auto in stapt ’s ochtends en dan halverwege de reis erachter komt dat je compleet vergeten bent dat ze een extra tas mee moesten, verkleed mochten of geen brood nodig hadden die dag. Dan weet je dat het allemaal wat veel begint te worden. De laatste weken sluipen de kleine ‘verval-momentjes’ erin. De ene na de andere plant legt bijvoorbeeld het loodje. In alle drukte even vergeten water te geven óf – en daar ben ik ook goed in – in alle drukte zonder enige aandacht water gegeven en dus verzopen. Ook een leuke: thuiskomen aan het eind van de dag en vergeten dat je die nacht al een was had gedraaid met het idee die direct ’s ochtends even in de droger te drukken. Zo’n was die té lang in de machine zit, niks drukt je meer met het neus op de feiten dat je áchter die feiten aanloopt. En inhalen is simpelweg hopeloos. Hoe sneller je probeert de deur uit te komen bijvoorbeeld, hoe meer er mis gaat. Toen ik vorige week onze dames probeerde iets sneller die auto in te krijgen in de ochtend kreeg oudste dochterlief het benauwd toen ik haar zei dat ze bij gym haar horloge goed moest opbergen in haar tas. ‘Tas? Oh, mama…’ Die stond dus nog thuis. Tot zover de poging iets eerder weg te rijden om iets eerder bij het werk aan te komen. Meer snelheid is natuurlijk niet wat we echt nodig hebben. Meer rust is het probleem. Al weken werken manlief en ik op ‘topspeed’. Klinkt als interessant doen, maar meerdere keren per week om vijf uur starten, elk weekend doortrekken en vaak ook ’s avonds even die laptop open mag wel ‘topspeed’ genoemd worden. Het zijn duidelijk die laatste drukke weken voor Kerst. En rust, daar zijn we wel aan toe na een lang en bewogen jaar. De natuur heeft zo haar eigen trucjes. Die is wars van schema en agenda’s. En dus was daar afgelopen week dat ultieme moment van verval: we hadden ons verslapen. In plaats van vijf uur of onze gebruikelijke zes uur, ontwaakten we tegen half acht. ‘Ik heb slecht nieuws’ waren de woorden van manlief en nog altijd verpest door het Coronatijdperk dacht ik eerst alleen maar: oh nee, wie is er ziek. Om me toen te beseffen dat ik wel erg lekker lag te slapen. De blik op de wekker bevestigde mijn vermoedens; door de wekker heen geslapen. Overigens kwamen de dames zonder problemen op tijd op school en heeft ook op kantoor niemand iets gemerkt. Wellicht alleen dat die wallen iets minder lang waren die dag.

UIT DE KRANT