Stamboekfokker Hoolsema geniet van zijn Haflingers

OOSTWOLD/TOLBERT – De voskleur met de blonde, weelderige manen, de sierlijke, goede gangen en het betrouwbare karakter. Stuk voor stuk rastypische kenmerken van de Haflinger die het hart van Freerk Hoolsema (83) uit Oostwold sneller doen kloppen. In 1992 kocht hij Rosita van Vredenheim, de stammoeder van zijn Haflinger stal. Tot nu toe werden er 43 veulens geboren, die alle de naam ‘van Fresiahoeve’ kregen – afgeleid van Freerk en Sientje, de voornaam van zijn echtgenote.

Ruim dertig jaar is Hoolsema nu stamboekfokker. Hij kan terugkijken op mooie resultaten. In 2000 verkocht hij de jaarling hengst Strong, een zoon van Rosita, naar Amerika. Rosita’s dochters Margreet en Sita werden beide kampioen bestgaand onder zadel tijdens de jaarlijkse centrale keuring Noord van de Vereniging Het Trekpaard en de Haflinger (KVTH). Sita’s dochter Saliena van Fresiahoeve behaalde met haar eigenaresse, dressuuramazone Julia van Maarseveen uit Oostwold, onlangs het sportpredicaat.

Een parel in de stal van Hoolsema is Martha van Fresiahoeve, een kleindochter van Rosita en een dochter van Margreet. Zij werd in 2019 in Tolbert algemeen dagkampioene op de centrale keuring Noord. Dat betekende dat zij dat jaar de meest representatieve Haflinger was in Groningen, Drenthe, Friesland, Noord-Holland en Flevoland. Na het lockdownjaar 2020 behaalde Martha in 2021 als erekampioene van de keuring Noord opnieuw het hoogst haalbare.

Vier generaties

Tijdens de laatste centrale keuring Noord van de KVTH, 8 juli in Tolbert, zou Freerk Hoolsema voor het eerst een generatiegroep uit zijn stal voorbrengen: Margreet, Martha, Marlon en Marita. Op de foto, gemaakt in Oostwold na afloop van de keuring, wordt de groep met vier generaties getoond door het echtpaar Hoolsema, Minke Kooistra, Godwin Petersen en Julia van Maarseveen. Vanwege de tropische hitte werd dit onderdeel op de keuring helaas geschrapt. Wel werd Marlon tweede bij de vierjarigen en derde bij het dagkampioenschap. Marita kreeg een eerste premie.

Van oorsprong komt de Haflinger uit Oostenrijk. In 1874 werd een klein trekpaard voor in de bergen, de ‘Tiroler Landesstute’, gekruist met een Arabische hengst. Het hieruit voortgekomen hengstveulen had adellijke kenmerken en is de stamvader van het ras. De laatste tientallen jaren wordt binnen het stamboek meer op de sport gefokt, met slankere, meer elegante dieren als resultaat. Ook Haflingers van Hoolsema rijden in de sport, onder meer in de klasses dressuur, springen en cross.

Zelf is Hoolsema lid van de Vereniging De Aangespannen Haflinger en heeft hij meer dan 25 jaar op vrijdagavond met de marathonwagen getraind bij de Menclub Tolbert. “Jonge paarden beleerde ik door ze voor de kar te spannen en zo naar de Betonmortelcentrale in Vierverlaten te rijden, waar ik tot 2004 heb gewerkt. Daar werden ze mak van. Als de bewoners van Vierverlaten het vertrouwde geluid van paardenhoeven op de weg hoorden, wisten ze: ‘O, Hoolsema komt er aan, het is zeven uur’. Overdag liepen ze bij de centrale op een veldje.” Eenmaal beleerd, gebruikte Hoolsema zijn paarden ook bij het schudden van hooi of om schoolkinderen met een Jan Plezier van het watersportcentrum Lettelbert naar Nienoord te brengen.

Meerdaagse trektochten

In Vierverlaten maakte Freerk Hoolsema kennis met Jannes en Jetske Slendebroek. Met een tandemaanspanning, twee Haflingers achter elkaar, waren zij een opvallende verschijning op marathonwedstrijden, ook in Oostenrijk. “Met zijn vieren hebben we verschillende meerdaagse trektochten van De Aangespannen Haflinger gedaan. In 1998 reden we met een tweespan en boerenwagen naar Den Bosch als één van in totaal zeventig aanspanningen. Helaas is Jetske, net als sommige andere vrienden uit onze Haflingerclub, niet meer in leven.”

Op tafel liggen fotoboeken vol herinneringen aan meerdaagse trektochten die volgden op de monstertocht naar Den Bosch. Sientje somt op: “De Elfstedentocht in 2000, de Trekschuittheatertocht in Groningen in 2001, de Grote Keientocht in 2003, de Drokke Dörpentocht door Drenthe in 2005, de Grote Rivierentocht in 2006 en ‘Doar bent wie’ door Twente in 2007. Iedere tocht heeft zijn eigen verhaal. Soms was het heel erg warm, soms zaten we in regenpak op de wagen en had Freerk het water in zijn klompen staan.” Sientje lacht: “In het Zuiden riep iemand naar ons: ‘Gij zijt zot!’ toen het zo vreselijk regende. Maar het waren mooie belevenissen. In het begin kon alles. Ik herinner me een nacht waarin we ‘tussen de siepels’ in een bewaarschuur sliepen. We zagen soms dagen geen douche, maar dat maakte niet uit. Later kwam de roep om meer comfort. Daar is het op stuk gegaan, de organisatie werd het beu om aan alle wensen te voldoen.”

De eigen Haflinger-vriendengroep gaf er een vervolg aan door met elkaar trektochten van een paar dagen te houden. Sientje: “Ons clubje deed ook vaak mee aan ringsteken in Doezum, Tolbert en Zevenhuizen.” Door ziekte en overlijden is de groep kleiner geworden, zegt Freerk. “Inmiddels gaan we niet meer met de paarden weg, maar houden we het bij een weekend samen fietsen.”