Zoals je gebekt bent …

Onlangs raakte ik in een wolvendiscussie verzeild. Er vlogen meningen, verhalen en visies over tafel. Een boeiende discussie tussen voorstanders, tegenstanders en twijfelaars. Iedereen had wel een mening of had iets over de wolf gehoord wat ze graag wilden delen. Met elkaar eens worden deden we niet maar we kwamen wel dichter bij elkaar in het gesprek. Er werd naar elkaar geluisterd en dat was een hele winst. Na afloop sprak ik nog even na over de discussie. Op een gegeven moment zei mijn gesprekspartner ‘ach, elk vogeltje zingt zoals het gebekt is’

Vogeltje en gebekt? Vreemde uitdrukking eigenlijk. Ik heb altijd geleerd dat paarden benen hebben en vogels een snavel. Dus elk vogeltje zingt zoals het gesnaveld is. Maar heeft de snavelvorm iets te maken met de zang? Ik betwijfel het. De snavelvorm zegt wel iets over wat hij eet. Dus eigenlijk moet het zijn; elk vogeltje eet zoals het gesnaveld is. Ja, dat moet het zijn.

We kennen verschillende snavelvormen, zoals kegelsnavels, priemsnavels, zeefsnavels, scheursnavels, dolksnavels en pincetsnavels. Elke snavelvorm is aangepast aan het voedsel dat de vogel eet. Kegelsnavelaars eten zaden, zeefsnavelaars zeven voedsel zoals plankton uit het water, Scheursavelaars (foto buizerd) eten vlees, priemsnavelaars halen hun voedsel uit de grond, pincetsnavelaars eten insecten en dolksnavelaars zijn vaak viseters.  

Dit is een grove snavel/voedsel indeling waarop natuurlijk weer allerlei uitzonderingen zijn. De papegaai en parkiet bijvoorbeeld zijn zaadeters maar toch met een min of meer scheursnavel. En de koolmees eet ook zaden en pinda’s naast insecten. En er zijn vogels met afwijkende snavels zoals de papegaaiduiker, de toekan, de flamingo, de pelikaan en de ’s winters in Nederland voorkomende kruisbek.

Kruisbekken hebben wel heel bizar vreemde snavels. Alsof hij tegen een muur is gevlogen en de snavel ontzet is. De snavelpunten kruisen elkaar, vandaar de naam. De vorm lijkt onhandig maar blijkt zeer effectief om zaden uit dennen- en sparrenappels te halen. Hij beweegt daarbij beide snaveldelen in tegengestelde richting om bij de zaden te komen.

De Appelvink (foto) heeft een bijzonder kolossale snavel. Het ziet er uit als een uit de krachten gegroeide kegelsnavel. Het vogeltje straalt trouwens in z’n geheel kracht uit, compact en sterk. Dat is het ook, want met zijn sterk gespierde snavel kraakt hij met gemak pitten en noten. Opvallend is wel dat de appelvink geen appels eet, maar dat is bijzaak.

Ook de lepelaar heeft een bijzondere snavel. Alsof een auto het einde van de snavel heeft platgereden. Hij valt onder de zevers. Je ziet ze vooral op en om de Waddeneilanden maar de laatste jaren ook steeds vaker landinwaarts zoals in de Onlanden, in de kop van Drenthe. Ze lopen in ondiep water met hun lepelsnavel heen en weer te zwaaien. Op de tast vinden ze zo met hun gevoelige snavel de prooidieren.

Ik kan nog wel een tijdje doorgaan want er zijn nogal wat bijzondere snavelaanpassingen. Denk aan de snavel van een hakkende specht en de van vorm veranderende scholekstersnavel. Oké, de laatste snavel licht ik toch nog even toe. Scholeksters eten in het voorjaar en zomer o.a. wormen en hebben dan een puntige snavel om in de grond te pikken. ’s Winters eten ze meer schelpdieren en dan wordt de snavel stomper, meer een bijtelvorm om schelpen te kraken. Gaaf toch?

Ik zie de vorm van mijn mond overigens niet snel veranderen door het wisselen van mijn voedselpatroon. Ik ben overigens wel benieuwd of de vorm van de mond iets zegt over de persoon. Misschien praten mensen wel zoals ze gebekt zijn …

Andre Brasse – Puur Natuur – augustus 2023