‘Wie ons kent, weet: die gaan wat vergeten’

maria's mooie mensen

Afgelopen week gingen we er even tussenuit. Na een ontzettend drukke periode was het nodig even op te laden. Bovendien vonden wij het een goed idee dat onze dames ook weer eens onze volledige aandacht zouden krijgen en hun ouders niet alleen achter een computerscherm zagen. Het er even tussenuit gaan, is bij een krantenbedrijf wel altijd een dingetje. Een week lijkt heel lang om een krant te vullen, maar dat is het niet. Elke dag die van die week afgesnoept wordt, is spannend. De deadline-dag is heilig en in ons geval is dat de maandag. Die waren we gewoon aanwezig dus. Het werd een taaie. Strak om vijf uur in de ochtend begonnen en ’s avonds om half zeven lag alles bij de drukker. Manlief werkte op kantoor, ik manoeuvreerde mijn dingen om de vakantievierende dames heen. Daarna begonnen drie dagen van welkome rust. Op vrijdag wilden we weer aan het werk en om niet teveel te laten vergaan van die drie dagen, was het streven om voor negen uur de auto in te stappen. Niet voor niets praten wij in ons huishouden over een streven, want dit soort planningen halen wij zelden. En wie ons ook kent, weet ook al: die gaan wat vergeten. Niet zelden stappen wij bij een verjaardag de auto uit om elkaar te vragen: had jij niet het cadeau? Klaarzetten bij de deur heeft geen enkel nut; we stappen er desondanks beide overheen. Ook dit keer stonden er cadeaus klaar, want manlief zou jarig zijn tijdens ons uitje. Geheel volgens verwachting belanden ze niet in de auto. Geen moment gemerkt. Wél kreeg ik het na tien minuten rijden benauwd: de paspoorten. Ik zat al die tijd al te peinzen wat er miste – in ons geval toch altijd wel iets, maar kom er maar eens op – en gezien de bestemming over de grens, keerden we om. Tijdens de zoektocht door het huis naar die paspoorten, stuitten we ook op de tas met cadeaus. ‘Had jij die niet gepakt?’- echoden we geheel volgens traditie naar elkaar. Een karige verjaardag werd voorkomen. Dat die drie dagen rust nodig waren, werd meer en meer duidelijk. Eenmaal op plek van bestemming bleek ook een pyjama van de meisjes, de tubes tandpasta en de suiker vergeten. Konden we allemaal nog aan. Die Belgische wegen echter, waren een uitdaging. Of het de vermoeidheid was of de gebrekkige aanduidingen; menigmaal moesten we afslaan en konden we de bewuste weg niet vinden. Keren en opnieuw proberen werd ons nieuwe motto. Genieten ook en dat deed ons goed. Het leek erop dat we iets uitgerust en dus hopelijk compleet weer naar huis zouden gaan. Omdat wij onze manco’s kennen, werden alle spullen fanatiek verzameld en klaar gezet. Zowel manlief als ik deed een laatste ronde door het huis. Verder dan een door de dames veel te ver afgerolde wc-rol kwamen we niet. Toen we al een aantal uurtjes in de goede richting reden, kwam er een belletje: we waren een tas vergeten. Alle laptops, alle opladers, alle elektronika stond nog op een keukenstoel daar in België. ‘Amai’ klonk het op onze diepe zucht. Echt ervan opkijken, deden we niet. Ook de kinderen werden er niet anders van. Hoe het was? ‘Leuk!’ vertelden ze opa en oma. ‘En papa en mama zijn ook weer wat vergeten.’

UIT DE KRANT