Noordenvelder Halbe Hageman

Afbeelding
Foto: ERIK VEENSTRA
Noordenvelders

NORG - De laatste Noordenvelders, voor nu, in het teken van Meertmaond Streektaolmaond. We bezoeken een rasechte Norger: Halbe Hageman. Als hij terugdenkt aan zijn kindertijd dan denkt hij vooral terug aan het spelen op de Es met zijn vrienden. Voelen, zien en horen dat vond hij vroeger al belangrijk, maar ook nu hij volwassen is, en over twee jaar met pensioen gaat, is dit nog steeds erg belangrijk voor hem. ‘Ik ben een echte dreumer en beelddenker. Verhaolen van vrouger over mien kindertied kommen vaok heel detailleerd bij mij naar boven. Zelfs as ik nou over de Es fiets en geniet van een prachtige zunsundergang zie ik mezelf daor nog speulen. Al is dat dreumen underweg niet altijd even veilig heur!’ lacht Hageman.

‘Ik ben geboren in Norg aan de Eenerstraat. Mijn ouders woonden toen tijdelijk bij mijn pake en beppe in huis. Na ongeveer een jaar zijn we verhuist naar de Disselwand. Daar beginnen ook mijn herinneringen aan de tijd die ik doorbracht op de Es. Cowboy en indiaantje spelen, crossen, hutten bouwen, maar toen ook nog schaatsen op de Es. Daar kun je je nu niets meer bij voorstellen. Ik heb daar zeker nog tot mijn veertiende gespeeld.’ Hageman zat in zijn laatste jaar op de basisschool en kreeg het advies van de meester om naar de LTS te gaan met als reden; zijn vader was timmerman. ‘Maar ik wilde helemaal niet naar de LTS. Ik was goed in rekenen, maar kreeg slechts een 8 op mijn rapport daarvoor, want dat was voldoende voor de LTS. Een meisje bij mij in de klas had advies atheneum en kreeg een 9, maar ik vond ook dat ik die negen verdiende! Mijn moeder vond dat ook en toen ik ‘s middags thuiskwam met dit verhaal stond zij al bij meester op de stoep. En voordat ik mijn eerste plak brood op had, had ze hem duidelijk gemaakt dat dit niet eerlijk was.’ Hageman moet er nog om glimlachen. ‘Mijn citotoets in die tijd heb ik helaas wel verknald. Het was ook niet realistisch om die te moeten maken op dat moment, want toen ik uit het raam keek van ons klaslokaal zag ik dat mijn beppe het dorpshuis van Norg werd uitgedragen om naar haar laatste rustplaats te worden gebracht. Mijn vader was thuis met 15 kinderen, dus konden de kleinkinderen niet aanwezig zijn op de begrafenis.’ Ook toen kwamen zijn moeder en vader opnieuw voor hem op. De meester bleef zeggen dat Hageman naar de LTS moest, maar zijn ouders vonden dat zij toch écht het laatste woord hadden. En zo geschiedde het dat hij naar de MAVO in Norg ging. ‘Ik kan mij mijn eerste rapport nog herinneren: bijna allemaal negens! Van mijn moeder moest ik het rapport op de lagere school laten zien. Dat deed ik ook. Allen zeer lovend, behalve mijn meester uit de zesde klas, hij zei geen woord.’ 

Na de MAVO werd het de HAVO-top van de Eekhorst in Assen. ‘Daar zaten we samen met de leerlingen die daar de Pabo-opleiding volgden. Het was een fantastische tijd waar ik vriendschappen sloot, maar ook werd meegenomen in de wereld van het onderwijs. In die tijd gaf ik al training aan de kinderen van de korfbalvereniging DES in Norg en dat vond ik erg leuk om te doen. In 1980 behaalde ik mijn PABO-diploma en ging solliciteren.’ Er volgden sollicitatieprocedures van Rijssen tot Schiermonnikoog en inval werkzaamheden op diverse scholen. ‘Helaas was er in de jaren ‘80 een leerlingen tekort en was ik dus genoodzaakt een andere baan te gaan zoeken. Van 1983 t/m 1996 ben ik bij de gemeente Norg werkzaam geweest als bijstandsmaatschappelijk werker.’ Toch bleef het onderwijs trekken en solliciteerde ik op een baan als leerkracht/directeur in Een. Dat heb ik tien jaar met veel plezier gedaan. Toen het aantal directietaken alleen maar groter werd en ik uiteindelijk nog maar twee dagen voor de klas stond, besloot ik op zoek te gaan naar een baan van leerkracht. Ik wilde niet langer ‘de slaaf’ zijn van de vele beleidsplannen, regelgevingen en protocollen, die bijna altijd in een la verdwenen. Ik wilde alleen maar lesgeven aan kinderen, want zij doen ertoe in al hun eigenheid en eigen begaafdheid.’ 

Inmiddels is hij alweer sinds 2006 leerkracht in Westervelde. ‘Ik sta nu nog twee dagen voor de klas en hoop over ongeveer twee jaar volledig met pensioen te kunnen. Al heb ik het nog wel steeds enorm naar mijn zin en geniet ik ook nog volop.’ Zijn Drentse verhalen en gedichten komen veelal voort uit persoonlijke gebeurtenissen en dromen. Ze zijn wel geplaatst in Zinnig, De Krant, De Norger Courant en De Boerhoorn. Maar sommige herinneringen wil hij op papier niet met iedereen delen. ‘Geschiedenis vind ik het mooiste vak om te geven en dan vooral de plaatselijke geschiedenis. Ik vond het dan ook meer dan een voorrecht om samen met anderen, in het bijzonder Geertje Brink en Germ Geersing, historisch onderzoek te doen naar onze gemeentegeschiedenis. En dan vooral de tweede wereldoorlog. Dat resulteerde soms in de uitgave van een boek, zodat ook anderen van ons onderzoek kennis konden nemen. Want oonze geschiedenis geef ik graog an de volgende generaoties deur.’

UIT DE KRANT