Over een paradepaardje wat slonzig en lui is

column maria's mooie mensen

Onze Zus is een bijzonder geval. Elf is ze alweer, deze dame, en hoewel haar bijnaam ‘het paradepaard’ anders doet vermoeden, is mevrouw nogal een slons. We hebben het hier over een kat en dan wel eentje van het ragdoll ras. De naam ragdoll betekent letterlijk lappenpop en er zijn voorbeelden te over van katten van dit ras die zich slap als een dergelijke pop in de nek van baasjes positioneren. Dat doet onze Zus niet, maar knuffelig is ze zeker. Bang en schrikachtig ook, dus in de buurt van ons drukke hondje komt ze bij voorkeur alleen als hij slaapt. Slapen is ook één van de favoriete bezigheden van Zus. Ze onderneemt vrij tot zeer weinig op een dag. Het liefst is ze ergens in de buurt van oudste dochterlief die zelf ook kalm en rustig van aard is. De avonden dat oudste dochterlief uren in haar bed leest, ligt Zus hier diezelfde uren spinnend bovenop haar. Het is dan ook oudste dochterlief haar taak ervoor te zorgen dat Zus er als een paradepaardje uit blijft zien. Zus is zelf verre van fanatiek in het verzorgen van zichzelf en als we niet opletten verandert haar vacht aan de onderkant zomaar in een warboel van klitten. Daarnaast grap ik altijd dat ze in haar broek poept of te lui is haar billen af te vegen. U kunt zich wel indenken hoe de achterkant van zo’n slonzig en langharig katje er na de grote boodschap bij tijden uit kan zien. Dan gillen de kinderen ‘Zus heeft vieze billen’ en poets ik letterlijk met natte billendoekjes madame weer schoon. Zus stelde ons onlangs voor een raadsel. Uit het niets verkoos ze het kleed boven de kattenbak. Elke ochtend liet ze hier een drolletje voor me achter en daar werd ik niet heel vrolijk van. Een zoektocht naar de oorzaak bracht ons op het feit dat ze misschien gewoon oud aan het worden was. Direct de paniek bij oudste dochterlief, want ik beloof haar al jaren dat Zus twintig gaat worden. Ze heeft immers niks te lijden. Dat de aftakeling met elf al begint, is dan wel erg vroeg. Ze overlaadde Zus met aandacht en liefde en stuitte zo op een nagel die zo lang was, dat hij in het kussentje van de voet gegroeid was. Daar was ons euvel. Met lood in de schoenen ging ik met de kat richting dierenarts. Onze schrikachtig paradepaardje moest de laatste keer in een dwangbuis gehesen worden dus ze was niet bepaald fan van de dierenarts. Bovendien voelde ik me erg knullig dat ik blijkbaar die nagels niet goed geknipt had. Sterker nog: ik had ze nog nooit geknipt. Terwijl madame het paradepaard zich dit keer voorbeeldig gedroeg, vertelde de dierenarts waar Zus echt last van had. Dit plaatje is er één van de meest luie soort. Slim mogen we haar ook al niet noemen. Mevrouw hóórt dus zelf haar nagels te onderhouden. Omdat ze zich echter zo voorbeeldig gedroeg dit keer – zo slim is ze dus wel – noemde de huisarts dit bezoekje een ‘graag gedaan’. ‘Zo’n lief en makkelijk katje, help ik graag’. Terwijl het paradepaard tevreden haar mandje instapte, wilde ik zeker weten of ze dus nog geen ouderdomsklachten ontwikkelde. ‘Deze? Die wordt wel twintig.’

UIT DE KRANT