Noordenvelders: Rob Meeng

Afbeelding
Noordenvelders Ticker

RODEN – Deze Noordenvelder was graag kunstenaar geworden, maar destijds was er geen mogelijkheid om na de mulo naar de kunstacademie te gaan. ‘Ach, het zat er sowieso niet in’, vertelt Rob Meeng. ‘Er moest in ons gezin geld op de plank komen, dus ging ik op jonge leeftijd al aan het werk.’ Gelukkig mag hij in zijn vrije tijd volop van z’n creativiteit genieten. En daarmee ook heel veel anderen.

In zijn woning toont hij z’n laatste creatie, een kleine boomhut, gemaakt van afvalmateriaal. Het mocht tijdens de Kinderboekenweek bij de boekhandel pronken. Maar zien we ook een aantal scrapschilderijen aan de wand. Van elk kleinkind een kleurrijke compilatie van plaatjes die betrekking hebben op het kind. Als kind tekende Rob veel, nu is hij meer actief met materiaal. Elke woensdagmiddag is hij te vinden in het Scheepstrakabinet bij de crea-beagroep. Daar is hij de enige man. ‘Je kunt je voorstellen dat ik daar veel verhalen hoor’, lacht Rob, ‘heel gezellig hoor, maar ik ga vooral m’n eigen gang.’

In het gezin van zes kinderen, hij was de 2e, werd Rob opgevoed door z’n oma. Samen met haar kwam hij op 16-jarige leeftijd vanuit Indonesië naar Nederland. De familie kwam pas drie jaar later over. ‘De overgang naar Nederland, het was wennen, maar ik heb me altijd geaccepteerd gevoeld.’ Rob woonde in Almelo en werkte in de scheepsbouw. Helaas, het bedrijf kwam in de problemen en Rob kwam thuis te zitten. ‘Tot ik bij een bevriend stel in Groningen een advertentie van Cordis onder ogen kreeg. Binnen twee maanden hadden wij de sleutel van een woning aan de Dorth in Roden.’ Toen het ook met Cordis slechter ging, werd hij enige tijd aan het werk gezet door een uitzendbureau. ‘In die tijd hielp ik op de Mr. De Vriesschool (nu De Poolster) en pakte ik wat conciërgetaken op. Het zorgde uiteindelijk voor een baan als conciërge op de huishoudschool in Roden. Maar helaas, na vier mooie jaren, kon ik na de fusie met Tolbert niet mee. Weer ontslag. Ik keerde terug naar de Mr. De Vriesschool, waar ik tussenschoolse opvang ging doen. Met kinderen werken? Fantastisch. Dat moet je kunnen, maar dat zit gewoon in mij. Op school mochten mijn tekeningen zelfs jarenlang de voorpagina van de papieren schoolkrant sieren.’

Tussenschoolse opvang pakte hij zelfs nog op in Den Haag, daar waar z’n dochter en drie kleinkinderen wonen. ‘We gingen elke maand twee weken die kant op. Paste mijn vrouw op de jongste en was ik tussen de middag op de school van de oudsten te vinden.’ En kon hij op de vrije woensdagmiddag z’n creativiteit kwijt bij vliegclub Ypenburg. Met andere modelbouwers blies hij de club nieuw leven in door vele vliegtuigjes na te bouwen.

Rob is een sociaal dier, kan goed met kinderen maar ook goed met ouderen opschieten. Op de donderdagochtend ontvangt hij de bewoners van Vasalis met een kopje koffie om vervolgens wat spelletjes shuffleboard met hen te spelen. Heerlijk vindt hij dat, in contact zijn met mensen en in beweging zijn met ze. ‘Ik kan niet stilzitten’, legt Rob uit. Z’n vrouw Mary kan dit alleen maar bevestigen. Ze vertelt dat mensen hem altijd weten te vinden. Zo hielp hij mee met de aankleding van de Rodermarktwagen van bouwgroep de Rodervaart en was hij te vinden bij de onlangs gehouden buurtcamping. ‘Hartstikke gezellig. Wel zag ik bij de camping dat de buitenlandse mannen en vrouwen vooral apart zaten. Ik weet hoe belangrijk het is om te integreren, maar de taal is vaak een barrière. Ik neem de mensen graag bij de hand en begin bij de kinderen’, vertelt hij, ‘zo zorg ik ervoor dat ze onderling met elkaar gewoon Nederlands praten.’

Vanaf 1976 is Rob een Noordenvelder en hij voelt zich hier thuis. Hij houdt van de gemoedelijke sfeer. ‘Iedereen groet elkaar’, aldus Rob. Daar kunnen we ons, gezien hij veel onder de mensen is, iets bij voorstellen. ‘Zo word ik door velen nog aangesproken met: ‘Hé Robbie’, hetgeen dateert uit de tijd dat ik jeugdleider was bij voetbal.’ Hij houdt van openheid en eerlijkheid. ‘Ze moeten me niet bedonderen, want dan ben ik klaar.’

Rob hoopt zich nog lang in goede gezondheid onder de mensen te kunnen begeven. Zoals gezegd, actief blijven. Want als deze tachtiger even niets te doen heeft, dan zoekt hij wel wat.

UIT DE KRANT